WebRTC voor telco’s: zegen of doodsteek?

Iedereen die in Europa iets betekent (of wil gaan betekenen) in de wereld van de nieuwe telecom was eind 2014 in Parijs voor de grootste WebRTC conferentie en expo van Europa. Zo’n 300 deelnemers (waaronder ook een handvol uit Nederland) bespraken hoe 2015 het jaar van WebRTC wordt voor vendoren, operators en ontwikkelaars, welke uitdagingen en kansen er liggen, en welke samenwerkingen noodzakelijk zijn om commercieel succesvol te worden.

WebRTC standaard 1.0

WebRTC is een combinatie van technologie en afspraken over Real Time Communicatie via en op het web, in 2011 gestart door Google. Inmiddels is er bijna een versie 1.0 van de standaard, zijn er meerdere stacks beschikbaar voor ontwikkelaars en bieden de eerste kleine en grote operators WebRTC-diensten aan. Het is allemaal nog pril en in ontwikkeling, en de discussies over de beste codecs pruttelen nog wel even door, maar juist het gelijk optrekken van standaardisatie en implementatie maakt het een bijzonder ecosysteem van grote en kleine partijen die op allerlei manieren samenwerken en positie innemen. 2014 werd door meerdere sprekers genoemd als het jaar waarin WebRTC doorbrak. Niet alleen omdat Microsoft eindelijk ondersteuning aankondigde in zijn nieuwe browser(s) maar ook door de veelheid aan oude en nieuwe communicatie-apps die gelanceerd zijn voor web en vooral mobiel.

WebRTC is al echt hier…

Zo zijn daar Project Squared van Cisco (de opvolger van WebEx), Skype for Web en Skype for Business (de opvolgers van Skype en Lync van Microsoft), Circuit van Unify (vroeger Siemens). Maar ook Snapchat, een van de top-10 apps op smartphones, gebruikt WebRTC en is daarmee waarschijnlijk wereldwijd met ruim 100 miljoen gebruikers de grootste WebRTC-toepassing nu. En afgelopen jaar werden met veel VC-geld een aantal startups (vaak met high-profile oprichters) op de kaart gezet die de volgende generatie telecomtools ontwikkelen, zoals Switch.co (opgericht door Craig Walker, eerder verantwoordelijk voor Yahoo Voice en Google Voice), Talko (van ex-Microsoft CTO Ray Ozzie), Wire (van ex-Skype oprichter Janus Friis) en niet te vergeten Slack (dat negen maanden na release al gewaardeerd is op 1 miljard dollar!).

Rol van de telco’s

Hoogtepunt tijdens de vele presentaties en discussies in Parijs waren voor mij toch wel de presentaties van de Europese telco’s die WebRTC zien als manier om niet tot louter slimme bitpijp gereduceerd te worden. Operators als Deutsche Telekom, Telecom Italia, Bouygues Telecom, Orange en Telefonica worden bedreigd door de vele over-the-top (OTT) oplossingen, die juist door WebRTC alleen maar makkelijker worden. Deze telco’s zien daarom het aanbieden van extra diensten als noodzaak om klanten te behouden. Hoe? Door zich als Communications Service Provider op de kaart te zetten, zoals AT&T begin dit jaar ook deed in Amerika door een WebRTC-platform aan te bieden aan ontwikkelaars. Minder duidelijk werd helaas hoe ze het voor elkaar denken te krijgen om binnen hun vastgeroeste organisaties het innoveren in het DNA van de gehele organisatie in te bakken, zodat de nieuwe diensten ook daadwerkelijk commercieel succesvol worden.

Telco’s kunnen niet innoveren – of wel soms?

Telefonica is met zijn 200 man grote productinnovatieteam een uitzondering, de meeste operators hebben slechts een handjevol mensen op innovatie en missen de interne structuren en kennis om serieus over nieuwe producten na te denken, laat staan ze te implementeren. Vooral aan de kant van de mobile apps zijn de uitdagingen gigantisch om goed met batterijverbruik, security en backgrounding om te gaan. Uiteraard kunnen ze dit deels ondervangen door samen te werken met startups en kleine technologiebedrijven, danwel door dit soort partijen over te nemen, maar ook dan blijft het productizen een uitdaging waar immers de gehele organisatie bij betrokken moet worden. “Telecom guys don’t like to code”, zei een van de telco-mannen, en dat geeft het gat tussen oude en nieuwe telecom perfect weer.

In de afsluitende paneldiscussie was er grote consensus over de vele uitdagingen en kansen die WebRTC biedt, juist nu de telecomsector zich op zo’n kantelpunt bevindt. De vraag blijft of de telco’s de komende jaren de snelheid en flexibiliteit kunnen ontwikkelen die nodig is om niet die gevreesde ‘dumb bitpipe’ te worden, en het zal interessant zijn om te zien hoe ze hun netwerken openen en samenwerking opzoeken met de innovatieve partijen en startups die wel snel bewegen. Het worden dynamische en innovatieve jaren als het aan deze partijen ligt!

Dit verhaal is eerder verschenen in TBM 2015 1-2.

Is WebRTC een revolutie?

Er wordt door sommige partijen nogal wat verwacht van WebRTC, omdat de integratie van communicatie in websites zo eenvoudig wordt dat iedereen zelf eenvoudig de nieuwe Skype of WebEx kan bouwen. Maar is hier echt sprake van een revolutie?

Allereerst: wat is het? WebRTC is een nieuwe standaard waarmee web developers eenvoudig real-time communicatie (RTC) in Javascript en HTML5 kunnen programmeren tussen web browsers. Specificaties en discussies begonnen in 2009 door het Google Chrome Team, en sinds eind 2013 zijn de eerste redelijk werkende browsers (Google Chrome, Firefox, Opera) beschikbaar.

Open netwerk

Eind maart vond in de Westergasfabriek in Amsterdam de eerste meeting plaats van WebRTC Nederland. Initiatiefnemer Alex Bisschop vertelt waarom dit belangrijk is: “WebRTC Nederland is een open netwerk in lijn met enkele andere regionale initiatieven zoals WebRTC Italia en WebRTC Paris. Het is gericht op kennis uitwisseling en acceleratie van WebRTC technologie binnen Nederland. Omdat wij reeds veel ontwikkeling en daadwerkelijke uitrol van deze technologie in het buitenland hebben mogen ervaren, vonden wij het van wezenlijk belang dat Nederland nauw betrokken raakt bij deze trend en haar positie inneemt, naast landen als Frankrijk, Spanje, Italië en Duitsland.”

De web browsers van Apple en Microsoft ondersteunen WebRTC nog niet, hoewel de hoop is dat dat in 2014 verandert. Ook werken de verschillende browsers die het wel ondersteunen nog niet allemaal goed samen, het is duidelijk nog ‘work in progress’. Mels Nieuwenhoven van DicoLab, Gartner Cool Vendor 2013 op gebied van samenwerkingsoplossingen voor onder andere de Business Continuity Management markt, is daarom niet zo positief: “Gezien de minpunten en onduidelijkheden met WebRTC standaard gaan wij daar niet op wachten. Er zijn meer en meer berichten dat Google en Microsoft ieder verschillende varianten van de nu voorgestelde standaard willen gaan toepassen, een soort kleinste gemene deler maar te weinig voor de ‘collaboration’ waar het echt om gaat uiteindelijk in het zakelijke segment.”

Afwachtende modus

Bisschop: “Dat WebRTC nog niet gestandaardiseerd is, zorgt waarschijnlijk voor de afwachtende modus vanuit de zakelijke wereld om er concreet mee aan de slag te gaan. Men is gewend aan standaarden en duidelijke modellen die onder druk komen te staan met het open karakter van WebRTC. Omdat WebRTC typisch web development betreft, word dit inmiddels wereldwijd omarmd door duizenden developers, nu al meer dan alle gespecialiseerde voice en video developers bij elkaar. Daarbij is WebRTC slechts een paar jaar oud en nog niet volwassen. Met dit gegeven in het achterhoofd is ons motto ‘get on the train or get run over by it’ zeker van toepassing.”

De WebRTC standaard en ondersteunde code en audio en video codecs worden door Google (en andere rechthebbenden) gratis aangeboden aan web en applicatie ontwikkelaars. Interoperabiliteit met bestaande audio en video oplossingen is beperkt omdat veel codecs die al lange tijd gebruikt worden (nog) niet door WebRTC ondersteund worden. Bisschop: “De WebRTC technologie wordt als disruptive aangeduid en kan er mogelijk voor zorgen dat de traditionele business en haar modellen totaal overhoop gehaald worden. Dit biedt kansen voor nieuwe, vaak kleinere bedrijven om innovatieve en geavanceerde communicatie concepten uit te rollen.”

Veranderen

Het Franse Apidaze loopt in Europa voorop met de acceptatie van WebRTC, en biedt een ontwikkelplatform voor developers die er mee aan de slag willen. Luis Quina voorspelt dat de wereld van telecom flink gaat veranderen: “Wij besloten in 2013 om als eerste een communicatie API te bouwen met focus op WebRTC, naast SMS en voice. Onze visie op convergentie is dat de dienst veel belangrijker gaat worden dan de operator die uiteindelijk de spraak of data transporteert over haar netwerk. De klassieke telco’s zijn afgelopen jaren al veel SMS en voice business kwijtgeraakt aan nieuwe spelers als WhatsApp en Skype, en dat gaat komende tijd alleen maar harder als ze niet in actie komen.”

Ook Radboud Heinink van de Vanad Group zet in op innovatie: “Wij verwachten dat deze technologie door zal breken, en daarom springen we hier vol in. Vanad heeft zowel een healthcare als een customer service platform in de markt waarbij wij niet alleen de communicatie tussen patiënten en/of eindklanten en bedrijven en zorginstellingen faciliteren maar ook de onderlinge communicatie binnen deze entiteiten. En dat dan zowel tussen personen als tussen systemen onderling. Steeds meer zal communicatie geïnitieerd gaan worden vanuit de gebruiker of de patient, en onze communicatie oplossingen ondersteunen deze transitie.”

Complex

Er is overigens nog wel een flink verschil tussen een demo van communicatie tussen webbrowsers in dezelfde kamer, en een betrouwbare dienst die globaal werkt tussen gebruikers met verschillende apparaten op verschil- lende netwerken wereldwijd. Om die stap te zetten zijn er naast de eerste paar regels JavaScript ook relay servers nodig, en STUN servers die met firewalls omgaan. En dan natuurlijk transcoders om verschillende audio en video protocollen te combineren, en moet geo-redundante failover ingericht worden. Tenslotte dan nog security goed regelen, en koppeling met het telefoonnetwerk en legal intercept, en tenslotte een service desk voor dit alles. Dus voor je het weet is het toch weer behoorlijk complex allemaal om dit als provider aan te bieden.

Simke Simovic van AnoxTech, een Nederlandse specialist op het gebied van communicatie technologie, legt uit: “Wij hebben afgelopen jaren technologie ontwikkeld om met een Flash plugin tussen willekeurige gebruikers text, audio en video communicatie te faciliteren, alles zonder dat er iets geïnstalleerd hoeft te worden. Dit wordt nu wereldwijd zakelijk ingezet door PBX fabrikanten en telecom operators. We volgen WebRTC op de voet en sinds vorig jaar kunnen we ook WebRTC gebruiken als alternatief voor Flash, maar dit zien we eigenlijk als heel klein deel van onze totale oplossing. De echte complexiteit zit in de applicaties en de backend die nodig is om gebruikers altijd overal simpel en betrouwbaar te kunnen laten communiceren.”

Om vergelijkbare redenen heeft DicoLab afgelopen jaren een eigen onderliggend communicatiesysteem ontwikkeld, DicoGrid, dat gebruikt wordt als basis voor haar shared-desktop oplossingen. Nieuwenhoven: “De concepten en technologie van ons DicoGrid zijn nu al een stap verder dan wat WebRTC in de toekomst gaat bieden, en we zijn hierdoor flexibeler en niet afhankelijk van afspraken tussen en met spelers als Google en Microsoft.”

Resellers

Naarmate communicatie oplossingen steeds meer geïntegreerd worden in bedrijfsprocessen moet de telecom reseller steeds meer verstand hebben van de business van zijn klant. Om echt van de mogelijkheden van WebRTC gebruik te kunnen maken moet de reseller ook steeds meer een software bedrijf worden, een integrator of zelfs developer. Dit is een transitie die niet voor elke bestaande telecom reseller mogelijk zal zijn. Luis Quina: “De oude PBX reseller is eigenlijk al een tijd dood, in ieder geval bij ons in Frankrijk, en deze nieuwe technologie biedt kansen voor iedereen. Het ‘one size fits all’ tijdperk is voorbij, het gaat nu om maatwerkoplossingen.”

Bisschop vat het mooi samen: “WebRTC is een technologie en geen product. Het is vrij laagdrempelig om nieuwe communicatie concepten te bouwen, ook zonder specialistische telecomkennis. En WebRTC biedt in feite qua functionaliteit niet veel nieuws, discussies over techniek en protocollen zijn technische praat die de uiteindelijke gebruiker niets uitmaakt. Toch biedt het een veelzijdigheid door samensmelting met andere componenten (API’s) en een laagdrempeligheid door vanuit een browser direct interactie te verwezenlijken. Dit kan een telecompartij niet links laten liggen. Het biedt kansen in een druk bezette markt op het gebied van voice en video.”

Dit artikel verscheen in Telecom Business Magazine (TBM) op 14 april 2014.