Appeltje voor de dorst
Deze maand presenteerde Apple – het Amerikaanse bedrijf dat 20 jaar geleden nog technisch failliet was en recentelijk als eerste meer dan 1 biljoen (1000 miljard) dollar waard werd – de nieuwste iPhones. Direct braken op Twitter en LinkedIn de discussies los over het gebrek aan innovatie, dat de nieuwe iPhones alleen maar groter, lichter, sneller en energiezuiniger waren, en duurder natuurlijk, dat de verbeteringen in Siri niet ver genoeg gingen én dat het bedrijf ten dode opgeschreven was.
Inderdaad zijn de nieuwste iPhone-modellen duurder dan ooit: je kunt nu maximaal 1659 euro uitgeven aan een mobieltje met een lekker scherm, 4GB RAM en maar liefst een halve terabyte geheugen. Ik geloof dat ’ie uiteindelijk als computer krachtiger is dan de MacBook Pro-laptop die ik vorig jaar kocht. En bijna net zo duur. Veel geld inderdaad, maar als ik uitreken wat ’ie me uiteindelijk kost, inclusief een abonnement met 100GB data per maand, dan is dat minder dan een euro per uur dat ik hem gebruik. Goedkoper dan mijn koffieconsumptie en minstens zo belangrijk…
Zakelijke toepassingen
Hoewel de overall performance met de nieuwe 6 core A12 chip (dat woordje Bionic erachter is alleen marketing) slechts zo’n 15 procent beter is geworden, is de graphics performance maar liefst 50 procent beter. Hiermee kunnen natuurlijk fantastische games gemaakt worden – Apple liet al wat indrukwekkende AR-voorbeelden zien – maar ik ben de komende tijd vooral benieuwd naar de zakelijke toepassingen; denk aan videoconferencing (in combinatie met verbeterde Siri, die kan helpen die lastige conference calls op te zetten) of aan e-health-toepassingen. Uiteindelijk is die processing power niet echt nodig om te bellen en gebeld te worden, maar biedt het wel nieuwe mogelijkheden en toepassingen waarvan we nu nog niet weten hoe ze onze samenleving gaan veranderen. En wat mij betreft is dat de grote waarde van bedrijven als Apple.
One more thing
Hoewel ik natuurlijk direct de nieuwste iPhone besteld heb, vond ik de aankondiging van de nieuwe Watch Series 4 het meest bijzonder. Niet omdat het scherm wat groter is geworden en het apparaat wat sneller, maar vanwege de speciale ECG-knop en ingebouwde herkenning van fatale vallen en hartritmeproblemen. Hiermee zet Apple een grote stap verder richting wearables die niet alleen fanatieke sporters helpen hun performance te verbeteren maar juist ook voor ouderen en mensen met een mindere gezondheid toegevoegde waarde bieden.
Typisch Apple: eerst met hun Watch in korte tijd de lifestyle niche binnendringen (en marktleider worden), daarna voor de (gigantisch) grote markt gaan van gezondheidszorg met een breed aanbod van personal devices, en een reputatie van betrouwbaarheid en privacy. Een markt waar innovatie lastig is wegens regulaties en financiële belangen, maar waarvan we zo langzamerhand ook weten dat er echt iets moet gaan gebeuren vanwege vergrijzing, personeelstekort en kosten. Wellicht dat daar voor Apple, als ze nu ook even doorpakken met Siri en voice control, het volgende biljoen te halen is?
[Dit artikel is eerder gepubliceerd in ChannelConnect magazine nummer 6]